Als Dina van Heiningen op
leeftijd is en haar huis moet verruilen voor een appartement komen voor het
eerst haar dagboeken ter sprake. Haar
dochter Anneke vraagt er naar maar krijgt geen toestemming van Dina om ze te
gaan lezen. Pas na de dood van Dina in
2008 krijgt Anneke het bijzondere verhaal van haar stugge, weinig toegankelijke moeder onder
ogen.
Dagboek
Vanaf 1938 heeft Dina een
dagboek bijgehouden, tot aan de bevrijding schrijft zij er veelvuldig in, vanaf
1945 nog maar een enkele keer. Bij het
begin van het dagboek werkt de in Hoevelaken geboren Dina in Amersfoort als
manusje van alles bij een door Juffrouw
Loots geleide Montessorischool voor moeilijk lerende kinderen. Dina verzorgt de
kinderen en helpt in het huishouden. In de Tweede Wereldoorlog wordt de school
al snel een opvangplek voor Joodse kinderen en Dina hecht zich bijzonder aan
hen. Ondanks de spanning van de oorlog
en de soms moeilijke omstandigheden, ervaart zij deze periode toch als een
vrolijke tijd.
Zwart gat
Na de oorlog vertrekken de Joodse
kinderen naar hun ouders of andere familie. Dina valt in een zwart gat, haar in
1947 gesloten huwelijk met de streng christelijke Roel is geen succes en na
zijn overlijden vervalt ze helemaal in een isolement. Het leven valt haar
zwaar, de dagelijkse gang van zaken laat haar onverschillig, de band met haar
vier kinderen is gecompliceerd. Voor
dochter Anneke is de inhoud van de dagboeken dan ook een complete
verrassing. Zij ziet haar moeder voor
het eerst als een jonge, vrolijke en moedige vrouw. Als eerbetoon publiceert zij daarom de
dagboeken, aangevuld met informatie over
het latere leven van Dina.